Met veel genoeg kunnen wij de komst van het Hydrografisch oud-stoomschip ‘Hydrograaf’ aankondigen. Het is een hele eer om het schip van Sinterklaas opnieuw te verwelkomen op ons festival. Het schip zal gemeerd liggen in het Mercatordok ter hoogte van de Vindictivelaan en is gratis toegankelijk! Het mooiste cadeau voor de curator van Sinterklaas. Blijkbaar zijn hij en al zijn medewerkers zeer braaf geweest.
Het stoomschip ‘Hydrograaf’ was tot 1962 een hydrografisch opnemingsvaartuig van de Koninklijke Marine, dat metingen aan de zeebodem uitvoerde. Dankzij een lange staat van dienst is het in authentieke toestand bewaard gebleven en is het nu een populaire salonboot.
Het schip werd in 1909-1910 gebouwd door de Maatschappij voor Scheeps- en Werktuigbouw Fijenoord in Rotterdam. Het schip werd op 11 oktober 1909 op stapel gezet en te water gelaten op 26 januari 1910. Zoals toentertijd gebruikelijk was het een stoomboot met twee kolengestookte stoommachines. Het kreeg een diepgang van slechts 1,80 meter, waardoor het uitstekend in staat was om in de ondiepe kustwateren in Zuidwest-Nederland, de Zuiderzee en de Waddenzee te opereren.
Op 4 mei 1910 nam de Koninklijke Marine de ‘Hydrograaf’ in dienst. Meestal deed het schip van april tot en met oktober dienst als opnemingsvaartuig. Buiten deze periode was het vanwege de weersinvloeden onmogelijk om te werken. Voor elk seizoen werd het schip officieel in en uit dienst gesteld. In de wintermaanden verbleef het schip meestal in Hellevoetsluis of in Willemsoord, Den Helder. Het schip voer niet in de grijze kleuren van de marine, maar had een zwarte romp en gele opbouw. In 1921 kreeg het schip versterking van de, op dezelfde werf gebouwde, 'Eilerts de Haan'.
De ‘Hydrograaf’ werd diverse keren gebruikt als koninklijk jacht tijdens bezoeken van koningin Wilhelmina, prins Hendrik en prinses Juliana aan plaatsen in de Zuid-Hollandse en Zeeuwse wateren. In het achterschip was hiervoor benedendeks een hut ingericht. Tijdens het koninklijk bezoek aan Zeeland in 1921 bracht het gezelschap de nacht van 15 op 16 september aan boord van het schip, dat in de haven van Vlissingen lag, door. Op 31 maart en 1 april 1922 bracht de ‘Hydrograaf’ koningin Wilhelmina en prinses Juliana van Vlaardingen naar Den Briel (Brielle) om de feestelijkheden rond de 350ste verjaardag van de verovering van Den Briel door de Watergeuzen bij te wonen. Bij het koninklijk bezoek aan Zeeland van 5 tot en met 8 augustus 1924 verzorgde de Hydrograaf de overtochten Stavenisse-Zierikzee, Zierikzee-Middelburg (5 augustus), Veere-Kamperland, Kortgene-Wolphaartsdijk (7 augustus) en Hansweert-Walsoorden, Terneuzen-Breskens en Breskens-Vlissingen (8 augustus). Inmiddels hebben ook Kroonprins Willem-Alexander en vele andere beroemdheden met de ‘Hydrograaf’ gevaren.
In mei 1940 week het schip vanuit Vlissingen uit naar Engeland. Gedurende de Tweede Wereldoorlog werd het gebruikt als logementschip voor de mijnenveegdienst. Op 25 september 1943 kwam het schip in Harwich aan voor gebruik als depotschip. Na de verovering van Zeeuws-Vlaanderen kwam het schip in oktober 1944 ter beschikking van de Commandant in Zeeland. Het deed meteen weer dienst als opnemingsvaartuig om de belangrijke toegang naar de haven van Antwerpen beter in kaart te brengen.
Na de oorlog kwam het schip weer in de vaart voor de Hydrografische Dienst. Als zodanig werd het op 16 oktober 1962 door de Koninklijke Marine afgevoerd en vervangen door het moderne opnemingsvaartuig Zeefakkel. Het was het laatste kolengestookte stoomschip van de Koninklijke Marine.