Volg Hubert Rubbens op de "Caminho Português" route - deel 6

Go to the Ocean – final story of an superbe Adventure

Ik laat de groene heuvels rond Santiago de Compostela achter mij en rijdt richting Porto met de snelbus. Daar kan ik vanaf de middag marcheren langs de Atlantisch Oceaan. Het zicht is grandioos maar gewoon het oneindige en de sterkte van de natuur ervaren is super en toont nogmaals aan dat je maar een zandkorreltje bent. Voor mij is dit gewoon puur genieten. We gaan ervoor ik zal nog zo’n 100 niet geregistreerde kilometers marcheren. Nu, ik was nooit sterk in cijfers maar wel in ideeën, wie weet Aveido voor Anker. Allez alweer op ontdekkingstocht, toch iets waar wij allen van dromen.

Eenmaal in Porto heb ik eigenlijk al een eerste hindernis overschreden, namelijk de fameuze brug die de leerling van Gustave Eiffel, Teofilo Seyrig bouwde boven de Douro rivier. Een tweede hindernis zijn de Porto huizen zoals Ramos Pinto of Sandeman waarlangs ik marcheer richting Costa Verde en dit zonder proeven. Puur op karakter, marcheren of aperitieven een mens moet kiezen. Eenmaal gekomen in het natuurgebied van ‘do estuaria do Douro’ volg ik de kust op een passerelle tussen de duinen richting Vila Nova de Gaia – Arcozelo. Prachtige stranden bezaaid met granieten rotsen die de oceaan al eeuwig trotseren.

In de verte zie je al in de nevel de fameuze kapel die ik absoluut wou zien. Eenmaal aangekomen is deze nog mooier. Kathedralen zijn natuurlijk het summum, maar door haar eenvoud gebouwd op een blok graniet, is deze kapel nog mooier en fijner. De kapel van Miramar werd 500 jaar geleden gebouwd, eerder voor bijgelovige vissers dan voor gelovigen. Er zou blijkbaar een gigantisch zeemonster (octopus) schuilen in de zee die de oorzaak is van zoveel verdwijning op zee. Het strand aan de kapel is trouwens gekozen als één van de mooiste stranden van Europa.

Na mijn zwembeurt in de oceaan vervolg ik mijn weg naar Aveiro. Dit is 'het kleine Venetië' van Portugal, ten minste voor diegene die nog nooit in Venetië waren want los van de kanalen is er geen vergelijking mogelijk. De stad Aveiro is gekend voor zoutwinning. Analoog zoals in de Camargue laten ze bassins vol lopen met zeewater en door verdamping bereiken ze het zout. Leuk om tussen te marcheren. Bovendien zijn de klassieke transportboten voor zout nu een toeristische attractie. Het ballet van berguentiles of molysers is een streling voor het oog. Maritiem erfgoed ten dienst van het toerisme, we kunnen er nog iets van leren.

Ik was al eerder terug en vond dat ik dan toch een ‘porto tasting’ moest doen bij Ramos Pinto en het smaakte. Ik voel me zwak,  de stoptrein was dan toch sneller dan verwacht. Maar het avontuur geraakt ten einde. Na 655 kilometer op de meter, is het tijd om te genieten van een heerlijke avond Fado muziek. Prachtige zwoele muziek dat ik thuis ook beluister maar live is dit toch iets anders. Sowieso kom ik terug met Tantanne, of mijn Ann, de kersverse stadsfiguur. Na mijn avontuur kan ik alweer een streep trekken op mijn bucketlijst. Plannen voor volgend jaar? Natuurlijk, met de fiets van Orléans naar Nantes via de Loire, want stappen is zoals zeilen zonder wind, je moet tijd hebben.

Keep you informed , op naar mijn volgende zotteheden .

Ps : voor de liefhebbers, laatste beeld is een stukje van het Fado optreden