Na meer dan 18 jaar vindt de Askoy II haar weg terug naar de zee

Dit is het verhaal van een legendarische zeilboot dat ooit toebehoorde aan een grote zanger. Of beter gezegd, dit is het verhaal van een waanzinnig avontuur van twee Belgische broers, Piet en Staf Wittewrongel, die het schip wilden restaureren. De Askoy II heeft hun dagen en nachten bijna achttien jaar beziggehouden, sinds ze haar volledig gezonken vonden op een strand in Nieuw-Zeeland.

Staf en Pieter Wittewrongel lieten vandaag, op 9 april, het schip te water in de haven van Zeebrugge. Jarenlang lag het schip aangemeerd in een afgelegen blikken loods, een steenworp van de Noordzee. De Askoy II, met haar tweekleurige stalen romp van 19 meter lang en een gewicht van bijna 40 ton, werd met liefde gerestaureerd tot haar voormalige pracht. Bij het betreden van de loods waan je je in een wereld van Jacques Brel, met overal langspeelplaten, foto's, kaarten, schilderijen en boeken over de schrijver van "Le Plat Pays".

Het was de Antwerpse ingenieur-architect Hugo Van Kuyck die Askoy II bestelde en ontwierp. Hij was de eerste eigenaar, in 1960, en zeilde voornamelijk in de koude wateren van Scandinavië. Askoy is de naam van een eiland in Noorwegen; maar hij moest afscheid nemen in 1974, kort voor zijn dood. Brel werd toen de tweede eigenaar van de boot.

De ongelooflijke ontmoeting van de Wittewrongels met Brel

Geboren in een familie van vissers, trad Piet Wittevrongel niet in de voetsporen van zijn vader en oudere broer Staf. "Ik ben de jongste van zeven kinderen. Ik ben altijd een rebel geweest, een beetje een kind van de jaren tachtig. Voor mij was zeilen voor de middenklasse. Ik streefde naar iets anders. Ik dacht dat ik de wereld kon veranderen! Hij werd maatschappelijk werker. Jacques Brel was een beetje zijn 'geestelijke vader'. Ik aanbad hem! Piet Wittewrongel voegt eraan toe: "Ondanks zijn probleem met de Vlamingen". De zanger kwam vier of vijf keer naar de zeilzolder van de familie. Wat zeiden ze tegen elkaar? De lichtblauwe ogen van Piet Witterwrongel lichten op. "Ik plaagde hem een beetje met zijn verhalen over Vlamingen. Hij zei: 'Ik ben Belg.' En ik antwoordde: 'Meneer, ik geef er niets om Belg te zijn, ik wil een man van de wereld zijn!' Hij draaide zich naar mij om en zei: 'Dan begrijpen we elkaar'! Piet Wittevrongel leek de scène te herbeleven. Brel zou later over de Askoy, zijn 'kathedraal', zingen en de immense omvang ervan prijzen.

24 juli 1974 was de dag van Brels grote vertrek uit de haven van Antwerpen. Ondanks dat hij op 17 december 1975 vanuit Frans-Polynesië een ansichtkaart stuurde naar de familie Wittewrongel waarin hij schreef: 'Zie je, ik boek vooruitgang', kwam hij niet zo ver als hij had gehoopt.

Ziek geworden moest hij in oktober 1974 voor de eerste keer terug naar de Canarische Eilanden om in België een long te laten verwijderen. Zwitserse artsen hadden longkanker bij hem geconstateerd. Maar vastberaden vertrok hij een paar weken later weer, via de Azoren, West-Indië - waar hij zes maanden verbleef - en het Panamakanaal, om uiteindelijk op 22 september 1975 de Stille Oceaan over te steken. Jacques Brel zeilde langs de Galapagoseilanden en stopte na bijna 7.000 km zeilen op de Markiezen, op Hiva Oa, waar hij uitgeput neerstreek en zijn droom opgaf.

Daar, in 1976, verkocht Brel, ingehaald door zijn gezondheidsproblemen, zijn yawl voor een peulschil aan een jong Amerikaans koppel op huwelijksreis en kocht een vliegtuig, de beroemde Jojo, die dienst deed als taxi voor de eilandbewoners. De Askoy II ging later over in andere handen.

Het nieuwe avontuur van de Aksoy II

Het begon allemaal in 2003, op een tentoonstelling in Brussel ter gelegenheid van de 25e sterfdag van Brel. De twee broers bezochten de tentoonstelling en waren verbaasd dat de Guadeloupese actrice Maddly Bamy, die Brels laatste metgezellin was, volledig ontbrak op de tentoonstelling. "Ze was de hele tijd bij hem in zijn laatste jaren, ook al is Brel nooit gescheiden van zijn vrouw, Thérèse Michielsen, bekend als 'Miche'. Maddly kwam met hem mee naar onze zeilzolder. Het verlangen om haar te verbergen zat hen dwars. Maddly was natuurlijk op de Askoy II met Brel, voor de wereldreis die stopte in de Markiezen. Zij was het die, toen hij zijn gezondheid zag verslechteren, hem overtuigde om, ondanks zijn koppigheid, het anker te laten vallen in Hiva Oa. Het was op deze tentoonstelling dat de gebroeders Wittewrongel, die het schip niet hadden kunnen traceren sinds de zanger hem in 1976 verkocht, vernamen dat hij aan de grond was gelopen op Baylys Beach in Nieuw-Zeeland. "In de trein terug naar Blankenberge ontsproot de droom om het schip terug naar België te brengen. Een avontuur dat 18 jaar zou duren.

Het idee rijpte. Ze besloten op verkenningstocht te gaan. Hun reis nam de vorm aan van een pelgrimstocht. De eerste halte was de Markiezeneilanden, waar ze mensen ontmoetten die Brel goed kenden. Uiteindelijk vonden ze de Askoy II in Nieuw-Zeeland, volledig ingesloten en er roestig uitzien, aangetast door het zout. Ze besloten haar te redden, met hulp van een groep vrienden! Het kostte drie pogingen, in 2007, en veel geduld om haar uit het zand te krijgen.

Het belangrijkste was gedaan. Het wrak moest vervolgens over de weg over een afstand van 200 km naar de haven van Tauranga worden vervoerd. Daar stemde een rederij ermee in om het gratis naar de haven van Antwerpen te vervoeren en vervolgens naar Oostende, waar het tijdens het maritieme festival Oostende voor Anker arriveerde op een ponton getrokken door een URS sleepboot.

In 2008 werd de vereniging Save Askoy II opgericht door de twee broers en een derde vriend. De renovatiewerkzaamheden konden beginnen. In 2010 werd het jacht overgebracht naar Rupelmonde, nabij Antwerpen, waar de eigenaar van een scheepswerf het wrak gratis onderdak bood tijdens de werkzaamheden. Totdat deze failliet ging. In 2015 werd de Askoy II overgebracht naar Zeebrugge, haar eindbestemming.

Het voorlopige beschermingsdecreet van november 2021 herinnerde eraan dat de Askoy II "de bloeiende recreatiescheepsbouw in België in de tweede helft van de twintigste eeuw" vertegenwoordigde. En dat het "fungeert als een culturele ambassadeur voor Vlaanderen en België, zowel vanwege zijn unieke karakter als schip van oorlogsheld en toonaangevend architect Hugo Van Kuyck, als vanwege zijn rol in het late leven van zanglegende Jacques Brel".


De Brel Foundation wilde niet deelnemen aan het project. "Er waren enkele spanningen verbonden aan de geschiedenis van het schip. Eén van de dochters was aan boord voor Brels wereldreis. Maar toen ze zag dat Maddly ook meeging, kregen vader en dochter enorme ruzie. France besloot het schip in West-Indië te verlaten. Ze hadden ruzie gekregen. Brel zei deze harde woorden: 'Le capitaine n'a plus d'enfant' (De kapitein heeft geen kinderen meer).

"Een onmogelijke droom” dromen

Het jacht is bijna identiek herbouwd. "Alleen de romp is echt origineel. Het is het enige dat nog over was. De broers hebben zich gebaseerd op afbeeldingen, ooggetuigenverslagen en natuurlijk plattegronden. Maar ze hebben het interieur anders ingericht, om meer mensen aan boord te kunnen herbergen." De hut waar Jacques Brel sliep, is daarentegen gereconstrueerd zoals hij toen was. Hier slaapt de Fransman Bernard Bonzom, een voormalig technicus bij Dassault Aviation, die Jojo, het vliegtuig van Brel, al eerder had gerepareerd op de Markiezeneilanden. We hebben veel onderzoek gedaan naar de verschillende eigenaren van de Askoy II," legt Piet Wittevrongel uit. Ik had zelfs contact met de man die de drugshandel organiseerde en die een gevangenisstraf van 8 jaar uitzat". Een kleine curiositeit: een stuk staal van de Twin Towers in New York die tijdens de aanslagen van 11 september 2001 zijn ingestort, is verwerkt in de stuurhut van het jacht. Als symbool van vrede.

Buiten waait de wind. Maar na amper 2 uur ligt ze met haar sierlijke lijn te water, eindelijk. Mochten de masten plaatsen en gekeurd worden. Hun maidentocht zullen ze varen naar de havenfeesten in Blankenberge en vervolgens door naar Oostende voor Anker. Hun stoutste droom, waarom niet naar de Markiezeneilanden varen. Merci aan beide broers, veel respect voor jullie en jullie droom.